Pasen en Pinkster komen in ons kalenderjaar 7 weken na elkaar en dat is niet zomaar. Ons Paasfeest is afgeleidt van het joodse Pascha (Pesach); De herdenking dat in Egypte de doodsengel de huizen voorbijging waar bloed aan de deurposten was aangebracht. (1)
Jezus gebruikte dit beeld met betrekking tot Zijn offer voor ons, en ook Johannes de Doper verwoordde dit met: 'Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.' (2)
Eigelijk vond dat 'offer' op Goede vrijdag plaats, en vieren we met Pasen juist de opstanding van Jezus, maar deze twee gebeurtenissen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden! Zonder (Jezus') dood geen opstanding.... sela
Ook ons Pinksterfeest valt samen met een joods feest: 'Sjavoeot' wat Hebreeuws is voor 'Wekenfeest'. Zeven weken na Pesach wordt gevierd dat Mozes op de berg Sinaï de openbaring van de Tora (Gods Woorden) kreeg en is het ook het oogstfeest.
Het Wekenfeest is feitelijk de bekroning van Pesach: de uittocht uit Egypte en de weg naar het Beloofde Land bekrachtigd door een godgegeven Wet, waar het volk voortaan naar leven kan. (uitleg: Joods Historisch Museum)
Bij christenen is Pinkster, net als bij de joden, ook de bekroning van Pasen: De uittocht van Jezus uit het dodenrijk, die met Pasen gevierd wordt, wordt met Pinkster bekrachtigd door het goddelijk geschenk van de Heilige Geest (waar we voortaan uit leven...)
Ook op de kalender van de discipelen stond Pinkster vermeld, maar dat had voor hen nog niet een nieuwe betekenis!
Na Pasen waren de volgelingen van Jezus teleurgesteld, somber en verward. Op weg naar huis spraken zij met elkander over alles wat voorgevallen was. Ze hadden de kruisiging meegemaakt en van de opstanding gehoord, maar het drong nog niet tot hun door. Ze wisten het verstandelijk wel, maar ze snapte het niet. Moest het voor hen eerst Pinkster worden om het te kunnen snappen?
Nee hoor. Tijdens die bijzondere wandeling (de Emmaus gangers) legde Jezus het hun uit: Hij vertelde over Mozes en de profeten en alles wat in de Schriften op Hem betrekking had. En toen Jezus bij hen bleef eten, en Hij het brood nam, de zegen uitsprak, het brak en hun toereikte, werden hun ogen geopend en herkenden zij Hem. En daarna was hun conclusie: Was ons hart niet brandende in ons, terwijl Hij onderweg tot ons sprak en ons de Schriften opende? (3)
Op onze kalender komt Pinkster zeven weken na Pasen en hebben we weer een vrije dag; Want wij weten van Pasen EN Pinksteren (!?).
Jezus had Zijn discipelen vaak vertelt over de belofte van God en vlak voor Zijn 'afscheid' (en weer tijdens een maaltijd) drukt Hij hun op 't hart Jeruzalem niet te verlaten, maar te blijven wachten op de Belofte van de Vader. 'Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze'. (4)
Met deze opdracht gingen de discipelen niet zitten wachten tot het Pinkster werd, maar ze verwachtte 'De Belofte' en die kwam met Pinkster! En misschien is dat wel het grote probleem in onze tijd: We denken het allemaal te weten, maar in de praktijk weten we amper wat we allemaal mogen verwachtten.
In zekere zin staan we met dat laatste gelijk met de discipelen. Ik hoop niet dat ik nu in raadselen spreek, maar het wordt pas echt Pinkster wanneer we Gods Belofte in onze levens in vervulling zien gaan! De discipelen baden met een open verwachting en de bijbel staat vanaf Handelingen bol van de uitwerking van Gods Belofte.
Begrijp me wel, maar van Gods Belofte is 'spreken in nieuwe tongen' slechts (?) een voorschotje 'voor eigen gebruik'. (5) En als er al spraken is van zo een geweldig voorschot . . . . . . . .
Rev.Camp [apr'05] C078