Van Genesis tot Openbaring komen we in de Bijbel deze vraag in verschillende zettingen
veelvuldig tegen. Hoewel het als een legitieme vraag klinkt, heeft het een ondertoon
van onvrede over een zaak in zich.
Zo uitte Jakob zich met deze woorden naar Laban (1),
Mozes naar Farao (2),
Job naar zijn vrienden (3),
David naar God (4),
de Farizeeërs naar Jezus (5),
en de zielen van de martelaren naar God (6),
om maar eens wat bekende Bijbelpassages aan te halen.
De personages gebruikten de woorden naar anderen en soms ook richting God. Maar we komen in de Bijbel ook passages tegen waar God dezelfde woorden gebruikt naar bv. Mozes (7), en ook Jezus liet het veelvuldig klinken (8); 'Hoe lang [nog]...?'. Wanneer wij, als mens, deze vraag stellen zijn we blijkbaar om raad verlegen. Maar wanneer God (of Jezus) deze vraag aan ons stelt zullen we er eerder mee verlegen zijn; Er wordt immers een antwoord, een reactie van ons verwacht!?
Omdat de Bijbel vermeldt; 'En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.' (9), trekken wij al ras de conclusie dat met de huidige technieken zoals Radio, Televisie en Internet aan deze voorwaarde al zo goed als wordt voldaan (...).
En passant vergeten we twee zeer belangrijke aspecten, namelijk; 'dit Evangelie' en 'gepredikt worden'. Inderdaad, de wereld heeft met de moderne media volop de gelegenheid kennis te nemen van het evangelie, maar doet dat niet spontaan.... ! Jezus waarschuwde ons juist voor zulk een hol evangelie; 'Stel, dat iemand uwer zegt tot hen: Gaat heen in vrede, houdt u warm en eet goed, ... wat baat dit?' (10) En dan nog niet gesproken van de verscheidenheid aan dogmatiek. Er is echter nog een aspect wat het evangelie belemmert: eenheid, of liever gezegd; het gebrek eraan!
Dat Jezus voor zulk een eenheid pleit in het Hogepriesterlijk gebed; 'opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.' (11), geeft wel aan dat dit aspect hoge prioriteit zou moeten hebben! God dank begint dit langzaam door te dringen onder geestelijke leiders van deze tijd. Maar hoe brengen zij dit over aan de 'werkvloer'?
Wanneer bedrijven vanuit de ARBO wetgeving informatie over veiligheid verstrekken, daalt het aantal bedrijfsongevallen wel, maar in en om huis nemen ze eerder toe dan af. Oorzaak? Veilig omgaan met gereedschap en middelen wordt ons voorgeschreven, maar zijn daarmee (nog) niet als vanzelfsprekend voor ons (...).
Juist omdat 'eenheid' immaterieel is kun je er, afhankelijk van hoe je visie erop is, warm voor lopen, of (juist) niet. Wat zegt Gods Woord zoal over eenheid? 'Totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben,' (12) '... zult gij [dan] samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is ...' (13)
Dit houdt dus in dat we onze inzichten met elkaar moeten delen, eenvoudigweg omdat het te veel is om als eenling te bevatten! Paulus schrijft dan niet voor niets; 'Opdat Christus door het geloof in uw harten woning make' (14) Ofwel; Laat er geloofsbemoediging plaatsvinden binnen onze relaties. Niet door elkaars theorieën aan te horen, maar samen Gods aangezicht te zoeken.
Daarom schrijft hij ook; 'Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader, ... opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens'. (15) Paulus bidt hier overduidelijk in bemoedigende woorden ten opzichte van zijn geloofsgenoten, opdat God hen volledig kon gebruiken!
Gods hart gaat uit naar de hele wereld, (16) maar zijn wij überhaupt in staat individueel, of als groepering de hele wereld te bereiken, of Gods grootheid te vatten? Toch zijn we deze mening soms toegedaan (..)
Wanneer Jezus de basis (deze eenheid) van Gods plan zo benadrukt, en Paulus het zo duidelijk motiveert, Wie heeft dan recht die vraag te stellen; 'Hoe lang nog?'.
Nu is het sowieso niet de bedoeling de Bijbel als een soort Enkhuizer Almanak te gebruiken met betrekking tot de tekenen des tijds (17), maar in de vraag zelf zit wel een zekere verwachting besloten.
Wanneer we zeggen dat iets zo rood is als een tomaat, geeft dit aan dat we zaken bezien vanuit een ons vertrouwd referentiekader. Het is dus niet verwonderlijk dat we na eeuwen van scheidingen moeite hebben om 'eenheid' vanuit Gods perspectief te zien. Hoeveel te meer als daarvoor het systeem van ons Gemeentezijn op de helling zou moeten.
Toch is het nuttig in dit alles de vraag te overdenken; Waar staan wij, waar sta ik zelf, in Zijn plan? God heeft Zijn kinderen echt niet onderverdeeld in Predikanten (18) en Stoelwarmers (19), maar ons allen geroepen het Koninkrijk der hemelen te verkondigen.
Zelf vind ik het een uitdaging om, in geloof, wat christelijke traditie (..) los te laten in ruil voor vernieuwing (of is het hernieuwing?) van denken.
De climax van het Koninkrijk der hemelen komt in 't zicht (...)
Hoe lang nog?
En in welke hoedanigheid?
Heer, maak ons bereidt! Zegt U het maar!
Rev.Camp [sep'02] C047