Feitelijk is dit een onmogelijke vraag, want God is de schepper van dat onmetelijk grote heelal waarin het kleine bolletje rondzweeft waar wij op leven. Hij staat daarmee boven zijn eigen schepping en noemt zichzelf dan ook terecht 'Ik ben'. (1) Waar God zich 'bevindt' zal voor ons dus altijd onbevattelijk blijven. Ondanks dit uitzonderlijke gegeven is Hij juist zeer betrokken bij zijn meest bijzondere schepsel; De mens.
Over deze bijzondere relatie staat geschreven dat God met Adam en Eva in de avondkoelte wandelde. (2) Ook na de zondeval was daar nog steeds die communicatie; Zo wandelde ook Henoch met God. (3) Deze band was zo hecht dat God hem op een gegeven moment direct wegnam in plaats van hem te laten sterven in ouderdom. Ook Mozes kende een bijzondere band met God. (4) En zo staat de bijbel vol met zulke verhalen.
Opmerkelijk is dat God zich in de oudheid vaak openbaarde in omstandigheden welke wij nu als natuurverschijnselen betitelen. Toch staat daarvan geschreven dat God noch in storm, noch in vuur, noch in een aardbeving was, maar in een zachte wind, omschreven als een 'kleine stem'. (5) Heeft God zo'n zachte stem dat we Hem amper zouden kunnen waarnemen?
In de woestijn was Hij voor zijn volk zichtbaar aanwezig in een rook- en vuurkolom. (6) De tabernakel, en later de tempel, was de plaats waar God 'verbleef' met de Ark van het verbond als zijn representatie. Meerdere malen lezen we over Gods specifieke aanwezigheid in de tempel. (7)
Op zich heeft God zich nooit aan een plaats gebonden (8) en de bijbel vermeldt vaak dat de Geest des Heeren in een situatie of op een persoon was.
Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon. (9) Nog steeds is zijn stem zacht, (10) opdat het onze keuze zou zijn om naar zijn stem te luisteren, want Hij dringt zich niet op. Gods liefde is in zijn Zoon naar ons toe gekomen, opdat wij gered zouden willen (!) worden. (11)
Vanuit het gegeven dat de tempel er niet meer is, (12) de Ark verdwenen, (13) en God - eertijds - tot ons gesproken heeft door zijn Zoon, zou opnieuw de vraag kunnen ontstaan; 'Waar is God nu?' Maar God heeft niet enkel woordelijk dóór Zijn Zoon gesproken, maar voor alles IN zijn Zoon! Dat wil zeggen dat Hij een verandering heeft bewerkt;
Het volbrachte werk op Golgotha heeft de uitstorting van Gods Geest mogelijk gemaakt, (14) en daarmee is een nieuwe 'plaats' ontstaan waar God manifest is; De gemeente. (15)
Puttend uit omschrijvingen in het NT is dit de plaats waar geloof in Jezus de entree is, in plaats van afkomst. (16) Waar mensen spontaan tot geloof komen, aanbidden en hun zonden belijden. (17) Waar onze zonen en dochters profeteren, jongelingen gezichten zien, en ouderen dromen dromen. (18) Waar apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars ons toerusten. (19) Een plaats van een scherp oordeel. (20) Zelfs een plaats waar Gods tegenwoordigheid merkbaar kan zijn. (21)
De praktijk anno nu is maar magertjes vergeleken met de beelden welke de hierboven beschreven informatie bij ons oproept. We kunnen ach en wee roepen waarom dit zo weinig realiteit is, maar gaat daarvan ons hart [bij wijze van spreken] sneller kloppen?
Persoonlijk stap ik dan liever in de schoenen van de Emmaüsgangers. (22) Hun trage hart sprong op terwijl Hij (Jezus) met hen sprak, en vanaf Mozes (23) en in al de profeten uitlegde wat in de Schriften op Hem betrekking had.
Het meest opmerkelijke vind ik nog wel dat hun ogen pas werden geopend toen Hij met hen aanlag, brood nam, de zegen uitsprak, het brak en het hun aanreikte. (24) Hoe dichtbij willen we het hebben? Ja, Hij nam al ónze overtredingen op zich en bezegelde een nieuw verbond met zijn eigen bloed. (25)
Rev.Camp [nov'07] C097