Je hoort het steeds vaker om je heen: 'Wat gaat de tijd toch snel!' Toch gaan er nog steeds 24 uren in een dag en 365 dagen in een jaar, en een jaar op zich wordt bepaald vanuit de door God vastgestelde perfecte (!) regelmaat van het heelal. Is het niet eerder onze eigen beleving van de tijd die ons dit doet zeggen?
We zijn jachtig en maken ons druk. Gisteren is al verleden tijd, morgen nog toekomst en volgende jaar een eeuwigheid weg. Het is vandaag de dag ook verwarrend; Hoe vaak zien we zomers geen kerstafleveringen van soapseries op de TV?
Prediker maakte het ons al duidelijk: 'Voor alles is een tijd onder de hemel!' (1) Dus: is er 'Een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen bij elkaar te zoeken.' (2) (Om maar eens wat te noemen...) Maar de tijdgeest (..) van tegenwoordig dringt ongewild ook de Gemeente(n) van Jezus Christus binnen.
We verlangen ernaar om opgebouwd te worden, maar dat (op)bouwen tijd kost realiseren we ons niet altijd.
We zijn door de media zo aan 'instant' voedsel gewend, dat we van onze samenkomsten mini conferenties verwachten. Als compensatie proberen we onze samenkomsten zo compleet mogelijk te maken: Kerst, Paas, Pinkster, alles moet tegelijk aan bod komen. Met onze welgemeende inzet dreigen we hiermee meer te verliezen dan we menen te winnen; Diepgang!
Onze Kerkvaders deden het wat dat betreft nog niet zo slecht: Door de regelmaat van het 'Kerkelijk jaar' had/heeft alles een vaste plaats: De Adventstijd voor Kerst, de lijdensweken voor de Paas, etc. Is het niet typerend dat we de kruisiging van Jezus meer associëren met het Paasfeest, dan met Goede vrijdag?
Het is dus belangrijk om vertrouwd te zijn met àlle aspecten van Gods heilsplan, en deze (voor jezelf) een plaats te geven.
Paulus heeft het in de Efeziërs brief over;
'... vertrouwen hebben door het geloof in Hem ... en daarop uw leven zult
bouwen.' (3)
Uiteindelijk komt hij uit op:
'Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd
onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen,
in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt ...' (4)
Wanneer ons geloof geen vastheid heeft, hoe zullen we stand houden in storm
en vals spel?
'Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd!' (5)
'Wie naar wijsheid luistert, voelt zich veilig, hij is gerust en vreest geen
onheil.' (6)
Wat een wijsheid! Maar wat hebben we Gods wijsheid voor 'onze' tijd hard nodig!
Rev.Camp [apr'02] C042