Hoewel elke Kerkelijke denominatie zijn of haar eigen specifieke leerstellingen en statuten heeft, zijn het over het algemeen de uiterlijke kenmerken die het gezicht bepalen. Ik denk dan aan het enthousiasme (of de luidruchtigheid) van de samenzang, de sociale omgang met elkaar, de mate waarmee naar buiten wordt getreden in evangelisatie en sociaal hulpverlening, noem maar op. En naarmate een Kerk of groep zich hierin een zekere faam heeft verworven, zal hen dit als het ware een handelsmerk vormen, wat anderen mogelijk weer tot voorbeeld dient.
In een maatschappij waarin de ene trend de andere zo mogelijk al inhaalt lijken Gemeenten, Kerken en kringen hierin ook aangestoken te geraken. Wat is er eigelijk mis aan een eigen identiteit te hebben? In principe niets! Tenzij in uw Gemeente een 'Bless me, bless you' cultuur is ontstaan, zal uw enthousiasme aanstekelijk werken naar uw omgeving. Immers; 'Waar het hart van vol is, loopt de mond van over!'.
Vooral in evangelische kringen zijn we gewoon een samenkomst te hebben op zondag en een bijbelstudie of kringavond door de week. Wanneer we uitgaan van het schriftwoord; 'Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets (...)', (1) mag je veronderstellen dat onze zondagse samenkomsten een impuls vormen voor de doordeweekse activiteiten, en dat deze ontmoetingen weer een inbreng opleveren voor de gemeenschappelijke ontmoeting.
Hoewel deze wisselwerking zo vanzelfsprekend lijkt, houdt het vele voorgangers en geestelijke leiders bezig; 'Hoe krijg en/of houd ik deze cirkel in beweging?' Het lijkt hiermee haast op het bekende 'kip en ei' vraagstuk. En er wordt op dat gebied heel wat af geëxperimenteerd!
Je moet in onze 'Westerse cultuur', waar we via de TV het neusje van de zalm krijgen voorgeschoteld, tegenwoordig van goede huize komen om de gelovigen nog met een goed bedoelde vorm van 'entertainment' naar de Kerk te lokken. Laat staan de ongelovigen (...).
Telkens wordt er op dat vlak weer een nieuw aspect in de Bijbel (?) gevonden, maar ondanks deze noviteiten blijft de toestroom, zoals we die kennen uit het boek Handelingen, uit! Stellen we ons doel te hoog of is het uitgangspunt misschien verkeerd?
Ik kan u gerust stellen; Er waait al een tijdje een andere wind door Nederland! Wat wij in het Zaanse ervaren, is ook landelijk gaande. Er ontstaat een nieuwe eenheid onder Gods kinderen! En Gemeenten die (nog) niet groeien en/of (nog) geen geestelijke doorbraak ervaren (maar hier wel naar verlangen!) is ook een landelijke ervaring. Wat een troost!
Maar onze volharding is Hem meer waard dan ons zuchten; Zal Hij niet omzien? Er komt een tijd van opwekking! Als iemand wil beweren dat de late regen al geweest is, laat hij dan ook verklaren in welke tijd wij dan nu leven! Ik voel de zachte bries al die voor de regen uitgaan!
Ik geloof dus niet dat we het doel te hoog kunnen stellen, tenminste niet als Gods doel ook ons doel is! 'Ga er daarom (2) op uit om alle volken tot mijn discipelen te maken ...' (3) waren Jezus' eigen woorden, en dat gold echt niet alleen voor de discipelen van toen!
Zal het dan toch aan de methode liggen, en zo ja, wat is dan de enige echte juiste methode? Ik denk dat eendrachtig (!) gebed (4) en getuigen zijn (5) van cruciaal belang zijn. De methode is slechts een hulpmiddel, een tijdelijke vormgeving.
Tot slot wil ik het scharrel aspect van de titel van deze column nog even toelichten. Het woord 'scharrel' staat voor mij tegenover 'hokjes'. Wij hebben elkaar in het verleden in hokjes geplaatst en weten inmiddels al niet eens meer waarom. Wij hebben afstand gehouden, maar God leidt Zijn kinderen voort en brengt hen op Zijn wijze weer bijeen! Jezus verlangt naar Zijn bruid! (En dat is geen harem!)
Scherp uw geloofsbelijdenis aan Gods Woord, en ontmoet uw mede broeders (en zusters) in Jezus naam met een open hart, met respect en zonder reserves. (6) Hallelujah!
Uw mede deelgenoot in Christus Jezus,
Rev.Camp [mei'01] C034