Wanneer u dit leest is het al januari 1999 en verwacht u eerder een nieuwjaarswens dan een kreet zoals hierboven. Een 'wordt vervolgd' hoort nu eenmaal aan het einde van een verhaal en niet aan een begin en lijkt daarom enigszins misplaatst.
Terwijl het vuurwerk knalt en we ons de oliebollen en appelflappen laten smaken draait de wereld gewoon door; want wat stelt zo'n kalenderovergang nu eigenlijk voor? Toch is het goed even stil te staan bij wat ons het afgelopen jaar heeft gebracht. Met de feiten zo droog op een rijtje ontlokt het op sommige punten misschien wel een; 'oh ja, dat is waar ook', andere staan ons nog vers in het geheugen en weer ander laten zich nog steeds gelden.
Hoewel deze zaken allen direct onze eigen Gemeente aangaan, gebeurt er om ons heen ook het nodige. In tijd gemeten duurt elk jaar even lang, maar het lijkt wel of de klok steeds sneller haar rondjes draait en de tijd door onze vingers glijdt. Hoe vaak hoor je mensen om je heen niet zeggen; 'Alweer een week om en wat heb ik eigelijk gedaan?'. De wereld lijkt wel in één grote stroomversnelling terecht te zijn gekomen; morgen beslissen, gisteren klaar!
Enerzijds doen we het ons zelf aan, en als we niet oppassen worden we geleefd. Aan de andere kant mogen we ons troosten met de woorden van Jezus wanneer Hij het over 'het einde' heeft:
'En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden worden; doch ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden ingekort. (1)
Wanneer we het wereldnieuws en de media gade slaan hoef je geen doemdenker te zijn om je af te vragen waar dat alles op uit draait. Maar het doet meteen ook een appel (klemtoon op 'pel') naar onszelf: Waar staan wij ten aanzien van onze opdracht?
Het afgelopen jaar (en neem dat ruim) zijn we serieus bezig gegaan met het zoeken naar een goede afhandeling van onze herstart als Gemeente. En we hebben alle rede om God te danken dat we in de lucht zijn gebleven (bij wijze van spreken), want; 'Als de Here het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de Here de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.' (2)
Bij het opzoeken van deze overbekende tekst ontdekte ik dat deze wijze spreuk afkomstig is van Salomo en de aanhef is van Psalm 127. Het ontslaat ons echter niet van onze eigen inzet in deze, want we lezen in deze psalm ook over pijlen in de pijlkoker van een beminde Man van God.
Hoewel ik me bewust ben van enige allegorische uitleg van de tekst, heb ik hier het woord 'Man' bewust met een hoofdletter geschreven; Is dit niet het doel van de Gemeente; een instrument te zijn in Jezus' hand? En is het tegelijk niet opwindend dat de profetische woorden over de wederkomst van Jezus in vervulling gaan, vlak voor onze ogen?
De bijbel zegt hierover: 'Hij die deze hoop in zich heeft, reinigt zichzelf. (3) en Wees niet wereld gezind, maar wordt veranderd in je denken.' (4)
Bij monde van de apostel Paulus krijgen we de raad onze ankers diep in Gods Woord te slaan en onze zinnen op geestelijke zaken te zetten. Jezus droeg ons op Zijn getuigen te zijn. Als de discipelen dat niet gedaan hadden, waren wij nu allemaal dood door onze zonden. . Hoewel deze woorden niet allemaal aan mijn pen ontsproten zijn, vind ik ze wel de moeite waard om aan te halen. Het drukt ons met de neus op het feit dat we nog lang niet arrivé zijn.
Een jaarovergang is een natuurlijke mijlpaal waarbij we even stil staan en een terugblik doen. Maar er hangt een levensgroot bord aan die paal: Wordt vervolgd!
Op één van de ontvangen wenskaarten werd ik bemoedigd door volgende Bijbeltekst:
'Groet elkaar zoals het christenen past, warm en hartelijk. Alle gelovigen hier groeten u. Mijn wens voor u is dat de genade van onze Here Jezus Christus, de liefde van God en de innige band die de Heilige Geest geeft, met u zullen zijn.' (5)
Evenzo is mijn hart u allen toegedaan,
Rev.Camp [jan'99] C018