We zien regelmatig beelden in de media van de joodse (met name de orthodoxe) samenleving. Zij gaan traditioneel gekleed en zijn in onze ogen uitbundig in hun vieringen. Als het christendom van oorsprong uit het jodendom is voortgekomen, zijn er dan nog punten van herkenning?
De eerste christen gemeente(n) hadden weinig cultureel verschil met hun omgeving. Zo konden de joodse christenen de meeste joodse maatschappelijke gebruiken, normen en waarden blijven gebruiken. Denk hierbij aan opvoeding, huwelijk, feesten, etc. In zekere zin gold dit ook voor de christenen uit de heidenen; hun bekering zette hen niet geheel buiten hun cultuur. Hoewel ze waren vrijgesteld van de joodse rituelen (1) vervingen ze verkeerde (heidense) zaken door datgene wat hun was geleerd door de apostelen. (2)
Nog lang zien we een symbiose (3) tussen joden en christenen. Door de tijd heen ontstaat er toch een verwijdering en daarmee ook een isolement met betrekking tot de joodse feesten en gebruiken. De christenen werden hierdoor min of meer genoodzaakt een 'eigen' invulling te geven aan de bijbelse feesten, gebruiken, normen en waarden.
Ondanks dat de schrift verklaard dat het 'oude' niet ver van verdwijnen is (4) , heeft het traditionele jodendom de tand des tijds toch overleefd en is daar ook nog steeds die scheiding. Pogingen van christenen om de ontbrekende bijbelse aspecten opnieuw te introduceren resulteren over het algemeen in een overdreven drang tot mee-kopiƫren van niet relevante onderdelen. De goed bedoelde pogingen om het zo authentiek mogelijk te laten zijn maakt misschien wel dat het juist niet aanslaat. Erger nog; wij leven in een post-christelijke cultuur welke zich met geweld aan het ontdoen is van haar joods-christelijke roots en dreigt daarin zelfs de gelovigen mee te slepen.
Hoe zouden we dit barbarisme kunnen overleven? Een Bijbels advies in deze is haast een inkopper; Houd vast wat je hebt. (5) Wees dus niet jaloers op de uiterlijkheden van anderen, hetzij joods, hetzij een andere groepering, maar houd vast wat je hebt en koester dat als een waardevol goed. Niet voor wat het is, maar voor de functie die het van oorsprong heeft. Verschillen in uitingsvorm zullen er altijd wel zijn, evenwel; als het evangelie maar verkondigd wordt. (6)
Daarom deze vraag; Leven we tot eer van God of zijn we (al dan niet gedreven door jaloezie...) bezig met uiterlijkheden?
Rev.Camp [mei'13] C118