De internetsite Wikipedia verklaart het woord 'god' als volgt; 'Een god is een hypothetisch bovennatuurlijke entiteit die door gelovigen beschouwd wordt als de prima causa (de 'eerste oorzaak') van het universum, of verantwoordelijk geacht wordt voor bepaalde aspecten van de werkelijkheid, dan wel voor de werkelijkheid als geheel.' (einde citaat)
In de bijbel komen we het woord god ook tegen, maar dan met een hoofdletter geschreven. Met name dit hoofdletter gebruik geeft aan dat het daar om de enige prima causa van het universum gaat. Vanaf de eerste bladzijde in het boek Genesis wordt God al God genoemd, (1) maar komen we daar nog niet een eigen naam van God tegen. Pas in het tweede hoofdstuk van Genesis (2) en ook erna, komen we het woord God tegen in combinatie met een geheel of gedeeltelijk in hoofdletters geschreven woord HERE. Achter deze combinatie gaat een hele wereld schuil.
Nu is onze Bijbel is een vertaling, wat ook geldt voor (de schrijfwijzen van) namen en begrippen. In de grondtekst vinden we voor de Godsnaam de letters JHWH, die staan voor de eigennaam van God. Deze lettercombinatie is geen afkorting, maar het Hebreeuwse schrift - waarin het OT oorspronkelijk is geschreven - kent geen medeklinkers. In sommige vertalingen wordt JHWH ook wel fonetisch geschreven als Jahweh. De naam JHWH betekent zoveel als 'Ik ben' maar kan ook vertaald worden als een alles omvattend 'Ik ben die Ik ben'. En met deze omschrijving maakte God zich aan Mozes bekend toen hij God om Zijn Naam vroeg bij die brandende braamstruik. (3)
In de Joodse traditie 'belichaamd' een naam als het ware de persoon. Uit respect voor de heiligheid van Gods Naam, zoals verwoordt in het 1e gebod (4) , zal een gelovige jood deze Naam niet uitspreken maar tijdens het voorlezen van bv. de heilige geschrift vervangen door het woord Adonai. Omdat met de woorden JHWH en God dezelfde persoon wordt bedoeld, wordt daarom ook het woord God vaak met een komma of een streepje geschreven die de 'o' vervangt. Het incompleet geschreven woord G'd herinnert aan het feit dat de Naam niet mag worden uitgesproken.
In navolging van de Joodse traditie wordt in veel Bijbelvertalingen JHWH vervangen door Heer, bedoeld als vertaling van Adonai. Om onderscheid te kunnen maken tussen de Godsnaam en andere woorden of titels (of combinaties daarvan) wordt daarom gebruik gemaakt van verschillende uitdrukkingen:
- Elohim: God
- Adonai: de Here
- JHWH: de HERE
- Adonai JHWH: de Here HERE
- JHWH Elohim: de HERE God
- JHWH Sebaoth: de HERE der Heerscharen
NOOT: Bijbelvertalingen verschillen onderling in hun schrijfwijze: Het woord HERE (NBG) wordt ook wel geschreven als HEERE (STV) of HEER (NBV).
In onze Bijbel vinden we naast de opdeling OT en NT nog een opmerkelijk verschil tussen beide delen: In het Grieks, waarin het NT is geschreven, komen we de Godsnaam niet tegen, maar wordt in alle gevallen naast het woord theos (God) het woord kyrios gebruikt, wat Heer betekent. (5) Heel opmerkelijk zijn dan ook de oudtestamentische teksten die in het NT worden aangehaald, waarbij de oudtestamentische tekst de Godsnaam (JHWH) bevat, terwijl in het NT het Griekse woord kyrios wordt gebruikt. (6) Hiervoor is een eenvoudige verklaring: De schrijvers van het NT hebben gebruik gemaakt van de Septuaginta, de Griekse vertaling van het OT. De vertalers van de Septuaginta stonden voor hetzelfde probleem als de latere vertalers. De Godsnaam is in de Septuaginta niet integraal overgenomen, maar vervangen door een taaleigen woord.
En dan komen we in het NT regelmatig de combinatie 'Here Jezus' tegen. De aanspreektitel 'Here' is ook hier een vertaling van het Griekse woord kyrios. Opmerkelijk genoeg wordt de titel Here pas na Zijn opstanding aan de naam Jezus toegevoegd. (7)
Binnen een paar teksten is een beeld te schetsen hoe in het NT over God en Jezus wordt gesproken. De aanhef van het Johannes Evangelie omschrijft Jezus met; 'het Woord is vleesgeworden'. (8)
Jezus zegt van zichzelf dat Hij het karakter van Zijn Vader laat zien. (9) En omdat Jezus de wil van Zijn Vader (10) tot uitvoer heeft gebracht, legt Paulus uit, is het dat Hem 'de Naam boven alle naam' is gegeven. (11) Jezus komt daarmee de zelfde titulatuur toe als God: Kyrios, ofwel Heer!
Samenvattend kunnen we zeggen dat in het NT het woord kyrios (Heer) wordt gebruikt om zowel God de Vader als God de Zoon mee aan te duiden. En over de opgestane Heer wordt gezegd: 'De Here (kyrios) nu is de Geest'. (12) De verklaring op Wikipedia van het woord 'god' kan dus wel wat aanvulling gebruiken! God is als Schepper van hemel en aarde inderdaad de prima causa, maar ook nog zoveel meer. God heeft door zijn Zoon te zenden een brug geslagen over die onmetelijke afgrond welke met de zondeval is ontstaan en zo zich over ons ontfermt.
Wanneer ik vanuit dit perspectief in de Bijbel alle doxologieen (jubel-woorden) over Gods genade lees, welke aan ons geschonken is in Jezus Christus, dan neemt daarmee tevens het ontzag voor Gods Naam toe! Ook het gebed welke Jezus, via de vraag van zijn leerlingen, (13) ons heeft aangereikt, draagt dit aspect in zich;
'Onze Vader ... Laat Uw Naam geheiligd worden ... Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen' (14)
Dit alles heeft een praktische kant; In onze samenkomsten is het vaak onduidelijk wie er in gebeden wordt bedoeld of aangesproken: God, Jezus, of de Heilige Geest. Op dit punt kunnen we iets opsteken van de Joodse traditie. We hoeven de Naam van God niet te vermijden, maar laten we ons verwonderen over de rijkdom die verborgen ligt in Zjn Naam! Kortom, achter de vertaalde woorden Here en HERE, die precies hetzelfde klinken, ligt een hele wereld.
Rev.Camp [mrt'10] C108