Wanneer je vroeger (..) naar vreemde landen reisde, was het heel normaal dat je je daar aan 's lands wetten hield. Met het vervagen van landgrenzen en een toenemende multiculturele samenleving gaat deze regel niet meer op. Misschien zou je, om alle partijen tegemoet te komen, de grootste gemene deler van al die landswetten kunnen vaststellen, maar wat blijft er dan nog over? Ondanks dat Nederland (nog) een christelijke natie heet te zijn, worden in ons land ook de poten onder deze Regeringszetel (..) weggezaagd.
In Indonesië dringen Moslimleiders aan op invoering van de Sjaria om het morele verval in het land te beteugelen. (1) Het argument klinkt logisch, omdat 75% van Indonesië moslim is, maar wat als de verhoudingen anders liggen? Welke godsdienst (..) zal maatgevend mogen zijn? Met andere woorden; Wie wordt dan wetgever en wat zijn de grondslagen?
Als voorzitter van de Congregatie voor Geloofsleer sprak kardinaal Ratzinger (2) in 2004 de legendarische woorden: 'Een maatschappij die geen belang toekent aan God, zal zichzelf uiteindelijk ten gronde richten.' En zien we wetteloosheid niet hand over hand toenemen?
Vreemd genoeg dringt de 'wereld' er op aan om per wet (..!) vast te leggen dat we elkaar geen plichten mogen opleggen.
Bij vele mensen springen de haren rechtop bij klanken zoals 'Bijbelse normen en waarden'. En begrijpelijk, want wat is b.v. de waarde van 'Wat God samen voegt, mag de mens niet scheiden', (3) als God het niet heeft samengevoegd?
Wel (h)erkent iedereen de stelling; 'Wat jij niet wilt dat een ander jou aandoet, doe dat zelf ook niet', maar er naar handelen? Per saldo heeft deze leefregel hetzelfde resultaat als Gods tien geboden, en deze uitspraak komt van Jezus zelf! (4) Maar die geboden hebben wel een gemeenschappelijk uitgangspunt: God stelt jou persoonlijk verantwoordelijk voor de keuzes in je leven. Vandaar dat Hij ook in en op regel een staat. Maar dat is blijkbaar net het knelpunt. . . . .
Wanneer wij, als christenen, trouw blijven aan Gods regelgeving, dan zouden we daarmee wel eens als een eilandje in een oceaan van wetteloosheid kunnen worden. Maar wel een bijzonder eiland: Een plaats van redding, een baken in de nacht.
Toch schrijf ik dit met enige reserve, omdat het niet makkelijk zal zijn om de wereld buiten de kerk te houden. Regels kennen is een, er naar leven is twee. Soms lijkt het wel alsof we er zelfs trots op zijn hoe dicht we langs een afgrond durven lopen. Door zo te wandelen brengen wij onszelf én anderen in gevaar! Dit gedrag zij dus verre van ons. Anderen zondermeer 'onze' leefwijze opleggen, hoe goed bedoelt ook, werkt ook niet; Wie de Wetgever niet kent, zal ook Zijn bescherming die er vanuit gaat niet accepteren. Maar hoe dán een christelijke maatschappij handhaven, of zelfs propageren?
In Handelingen staan twee verwijzingen die aangeven dat de christenen van die tijd een positieve maatschappelijke invloed hadden: 'Ze stonden in de gunst van het gehele volk' (5) en 'het volk stelde hen hoog'. (6) Zelfs het gegeven dat niemand zich bij hen aan durfde te sluiten, geeft aan dat de levensstijl van deze christenen toch algemeen respect afdwong. (7)
Wanneer je het boek Spreuken leest, kom je daar een overvloed aan wijze levenslessen tegen; een scala aan probleemstellingen, met evenzoveel antwoorden; Stuk voor stuk sublieme wetmatigheden.
Wanneer er in onze tijd gevochten (!) wordt om de christelijke grondslagen van de (Westerse) maatschappij, dan zullen we ons moeten bezinnen over de oorsprong ervan, ofwel het eerste gebod. Jezus zei: 'Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet [en de Profeten] staat.' (8) Wie daar naar handelt, zal ook de belonende vruchten genieten. (9) Wie bovendien de Wetgever zelf zoekt, en Zijn hulp en redding aanvaart, zal ervaren dat dit juk niet zwaar is. (10) Hij heeft het immers al voor ons volbracht! (11)
Rev.Camp [okt'05] C082