Je handen wassen voor het eten is een normale hygiënische zaak. In Oosterse landen ontvangt een gastheer je met een verfrissing voor je voeten; een zaak van zowel beleefdheid als hygiëne.
Met uitzondering van Johannes, lezen we in alle evangeliën over het laatste avondmaal; hoe Jezus door brood en wijn zijn plaatsvervangend offer tot uitdrukking brengt. Johannes vertelt over een andere gebeurtenis die diezelfde avond plaats vindt en op hem veel indruk gemaakt heeft: 'De Voetwassing'. (1) Deze voetwassing vond plaats tijdens de maaltijd, in plaats van bij het binnenkomen van het gasthuis.
Begrijpelijk dat de discipelen geschokt waren. Maar bij het protest van Petrus luidt het antwoord van Jezus: 'Wie zich gebaad heeft, hoeft zich niet nog eens te wassen.' (2)
Het fundament van elke christen is het feit dat zijn zonden zijn
weggewassen door het bloed van Jezus! Om in deze schone staat te
kunnen blijven, zullen we elkaar moeten helpen.
'Volg Mij hierin na' zei Jezus.
Aan voetwassen koppelen we snel gedachten van onderdanigheid of vergeving. Jezus waste niet schoon wat Hij zelf als vervuiling had aangericht, maar gaf ermee aan dat er geen niveau verschillen zijn; Hij noemt ons Zijn vrienden.
Vrienden zijn we ook van elkaar. Zie het dan als een liefdevol, gastvrij gebaar als iemand je helpt met wegdoen van opgelopen vervuiling.
Het doet ons elkaar herinneren dat onze zonden zijn vergeven door Jezus en we in Hem een Hogepriester in de hemel hebben die voor ons bidt en pleit.
'Wie zich gebaad heeft, hoeft zich niet nog eens te wassen, maar is helemaal schoon. En jullie zijn helemaal schoon.' zegt Jezus!
Rev.Camp [mei'97] C005